Zoemstrook-Antwoorden

( © foto's Ellen's Fotogalerijen, Zeist)

Meikever

(Huisjes-)Slak

Waterjuffer

Honingbij

Vlieg

Bij de foto’s hierboven staan nu de namen van de zoemstrook diertjes ingevuld en hieronder een herhaling van de vragen met daarnaast de  antwoorden en aanvullende informatie.

VRAGEN:

  1. Is het insectenhotel bewoond?
  2. Waar zie je dat aan?
  3. Wat bloeit er op de zoemstrook?
  4. Welke vliegende insecten zie je?
  5. Zie je ook insecten zonder vleugels op de planten?
  6. Herken je de insecten van de foto´s bovenaan deze kaart?
  7. Waarom zijn insecten zo belangrijk voor de natuur?

ANTWOORDEN:

  1. Het insectenhotel is bewoond wanneer er gaatjes zijn dichtgemaakt. De metselbij legt haar eitjes in de bamboestengels. Om deze eitjes te beschermen sluit ze de stengel af. Mogelijk zie je nog insecten kruipen tussen de dennenappels of bij de andere kamers.
  2. Dit kun je zien aan de afgesloten gaatjes van de bamboestelen.
  3. Dit is afhankelijk van het jaargetijde.
    In het voorjaar komen er bolletjes boven de grond, sneeuwklokjes, krokussen, tulpen.
    In de zomer bloeien er vaak zonnebloemen en wilde bloemen
    In het najaar bloeien de aardperen. De bloem van een aardpeer lijkt op een kleine zonnebloem.
  4. Er vliegen vaak hommels, bijen, zweefvliegen, lieveheersbeestjes
  5. Er kruipen vaak torretjes en kevertjes op en onder de bladeren.
  6. Zie de namen onder de foto’s.
  7. Insecten vliegen van de ene naar de andere plant. Ze nemen aan hun vleugels en poten stuifmeel mee naar de volgende plant.
    Dit heet bestuiving. Deze bestuiving is nodig voor het voortbestaan van de planten.